Schilderij uit de collectie van koning Charles II geïdentificeerd
Onlangs werd ontdekt dat een uitzonderlijk schilderij van de Amersfoortse meester Matthias Withoos (ca. 1627-1703), Bosstilleven met een otter en twee vissen, ooit deel uitmaakte van de Britse koninklijke verzameling. In deze bijdrage wordt toegelicht hoe dit werk kon worden geïdentificeerd en waarom het mogelijk later weer werd afgestoten. De ontdekking werd gedaan tijdens het onderzoeksproject Gerson Digital: Britain, dat in 2022 van start ging.
Uitgelicht
De verzamelgeschiedenis van Nederlandse kunst in het buitenland is een belangrijk onderdeel van het Gerson project.1 Bij het onderzoek naar zeventiende-eeuwse Nederlandse kunst in het Verenigd Koninkrijk stuitten wij op de vermelding van twee schilderijen van Matthias Withoos in de inventaris van de collectie van koning James II (regeerde 1685-1688). De eerste wordt beschreven als no. 454, ‘By W. Withoes. A piece with thistles, an otter, and two fishes’ en bevond zich ‘in Store above stairs over the New Lodgings, Whitehal’. Het tweede stuk, no. 768, wordt omschreven als: ‘Withoes. A piece with thistles and flowers, a hedge-hog in it’, en was te zien the Queen’s Drawing Room, Windsor Castle.2 Het laatste werk maakt nog altijd deel uit van de Royal Collection (afb. 1).3 Het is gemerkt ’MWithoos Amervoort A o 1665’, wat wil zeggen dat Withoos het schilderij in 1665 maakte in zijn geboortestad Amersfoort, waar hij zich opnieuw had gevestigd nadat hij enkele jaren in Frankrijk en Italië actief was geweest. Het eerstgenoemde werk, de voorstelling van een otter met twee vissen bij doornstruiken, komt niet meer voor in de Royal Collection. Ook bleef het tot nu toe ongeïdentificeerd. Vanwege de zeer specifieke omschrijving van de weinig alledaagse voorstelling leek het echter de moeite waard een poging te ondernemen om het werk op te sporen.
Griezelig gedierte in het bos
Withoos specialiseerde zich in bosstillevens, net als de bekendere schilder Otto Marseus van Schrieck (c. 1619/20-1678), met wie hij naar Italië was gereisd, waar het nieuwe genre ‘sottobosco’ werd genoemd. In dit type stilleven zijn bloeiende planten en jagende dieren geplaatst in hun natuurlijke context, op een bosgrond. Van de ruim 90 bosstillevens die van Withoos bekend zijn, zijn er meer dan 40 gesigneerd.4 De dieren op de bosgrondjes zijn meestal egels, hagedissen, slangen, muizen, kikkers en insecten en in enkele gevallen een wezel, marter, bunzing of een otter, die bedoeld zijn als ‘afstotelijk’ contrast met de fraaie en aantrekkelijke elementen van de voorstelling. Slechts zeven bosstillevens in Withoos’ bekende oeuvre bevatten een otter, waarvan er slechts één precies overeenkomt met de beschrijving ‘A piece with thistles, an otter, and two fishes’ (afb. 2). Evenals het bosstilleven met de egel in de Royal Collection is dit schilderij gesigneerd en 1665 gedateerd.5
De twee werken uit 1665 moeten kort na hun vervaardiging in Amersfoort door Charles II zijn verworven. Ze worden beschreven in de inventaris van diens collectie, en wel als no. 606 en 607.6 De omschrijving van de laatste luidt: ‘Whithoos. A Landskip wherein are thistles, & flowers, an otter, and two fishes by it’. De maten van 1 ft 6 in x 1 ft 9 in komen overeen met het hier geïdentificeerde werk. De twee schilderijen verschillen sterk, zowel wat betreft het onderwerp als wat betreft de maatvoering. Het was duidelijk nooit de bedoeling om ze bij elkaar op te hangen, ook al zijn ze waarschijnlijk wel tegelijkertijd gekocht. Het werk met de otter in liggend formaat is bijna vier keer zo klein als het andere stuk, dat een staand formaat heeft. Het stekelvarken in het grote werk is ondergeschikt in de voorstelling en bevindt zich in de schaduw van de planten en bloemen, terwijl de brullende otter met zijn visvangst in het kleine stuk juist het licht zijn geplaatst. Het is niet duidelijk wanneer het kleinere stuk precies aan de koninklijke verzamelingen werd onttrokken. De afstoting van het werk zal ongetwijfeld hebben samengehangen met het onderwerp, dat vermoedelijk als onaantrekkelijk werd ervaren. Het werd in 1714 voor het laatste vermeld in de collectie van Queen Anne in Somerset House.7 Daar werd het, net als ten tijde van James II, in de opslag bewaard, dit in tegenstelling tot het andere stuk van Withoos in de verzameling, dat wel salonfähig werd gevonden. Dat er wel waardering voor de kunstenaar was maar niet voor het onderwerp met de otter blijkt uit de verwerving van een derde werk van Withoos in de Royal Collection, een bloemstilleven, dat vermoedelijk door Queen Anne werd verworven (afb. 3), tegelijkertijd met een bloemstuk van de reeds genoemde Marseus van Schrieck, dat als de pendant moest dienen.
Unieke schilderijen
Hoewel Withoos wel veel dezelfde elementen verwerkte in zijn bosstillevens, deed hij zijn uiterste best om sterk te variëren, zowel in zijn composities als door het kiezen van verschillende formaten. Van Withoos kennen we geen verschillende versies van vrijwel identieke werken. Daarom kunnen we met gerede zekerheid stellen dat het werk met de otter en twee vissen, dat deel uitmaakte van de koninklijke collecties vanaf de regering van Charles II tot en met die van Queen Anne, identiek is met het 1665 gedateerde exemplaar (afb. 2). Pas in 1964, 250 jaar na de laatste vermelding in de Royal Collection, dook het schilderij weer op bij een veiling in Londen.8 Een soortgelijke voorstelling van Withoos met een otter kwam wel voor op veilingen in Londen in 1830 en 1835, maar daarbij werd niet het aantal vissen vermeld en zijn ook geen maten opgegeven, zodat we deze niet kunnen identificeren met het uit de Royal Collection verdwenen werk.9 Dit verscheen opnieuw op een veiling in New York in 1982, tot het tenslotte in 1984 in Londen geveild.10 Sindsdien is onbekend waar het schilderij is gebleven.