RKD verwerft voormalige lessenaar van Max J. Friedländer
Onlangs ontving het RKD een bijzondere schenking: een lessenaar uit de nalatenschap van de Duitse kunsthistoricus Max J. Friedländer (1867-1958). Na een jarenlang verblijf in het depot van Museum Rotterdam, is het meubelstuk sinds kort te zien in de jubileumtentoonstelling van het RKD. De mahoniehouten lessenaar met secretaire in empirestijl vormt een prachtige aanvulling op het archief van Friedländer dat al bij het RKD is ondergebracht.
Contacten van oudsher
Al ruim voor de oprichting van het RKD onderhield Cornelis Hofstede de Groot (1863-1930), grondlegger van het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie, nauwe contacten met zijn Duitse vakgenoten. Met Wilhelm Bode (1845-1929), de fameuze Berlijnse museumdirecteur, deelde hij zijn belangstelling voor de grote Hollandse meesters zoals Rembrandt en Frans Hals. En ook met diens rechterhand, Max Friedländer, kenner bij uitstek van de vroege Nederlandse schilderkunst, kruisten de wegen geregeld: zo troffen ze elkaar op tentoonstellingen en tijdens veilingen en wisselden ze voortdurend de laatste nieuwtjes uit.
Hans Schneider (1888-1953), de eerste directeur van het RKD, zette de goede verstandhouding met Friedländer voort. Toen deze na 1933 steeds verder in het nauw raakte vanwege zijn Joodse herkomst, reikte Schneider hem de helpende hand. Friedländer werd in de gelegenheid gesteld om zich in Den Haag te vestigen met steun van het aan het RKD gelieerde Kunstgeleerdenfonds. In ruil en als dank voor de onvermoeibare hulp van Schneider en diens plaatsvervanger tijdens de oorlog Jan van Gelder (1903-1980), legateerde hij zijn studiemateriaal aan het RKD. De vele duizenden door Friedländer geannoteerde foto’s van vijftiende-, zestiende- en zeventiende-eeuwse schilderijen, alsook een keuze uit diens bibliotheek, betekenden een aanzienlijke verrijking van de collectie van het nog jonge instituut.
Friedländerarchief
In de afgelopen jaren werd het archief door schenkingen van Friedländers erfgenamen verder uitgebreid met nog meer werkmateriaal, zoals kunsthistorische aantekeningen, manuscripten en notitieboekjes en zeer onlangs nog met foto’s en andere persoonlijke stukken. De mahoniehouten lessenaar met secretaire in empirestijl die vanaf heden deel uitmaakt van het Friedländerarchief bij het RKD, vormt dan ook een prachtige aanvulling. Het meubel is te zien op een foto uit 1949, afgedrukt in een aflevering uit 1955 van het Zwitserse tijdschrift Du, bij een interview dat Friedländer aan Hans Naef gaf. De inmiddels bejaarde kunstgeleerde staat, gekleed in driedelig kostuum met zakhorloge, in zijn appartement aan de Amsterdamse Beethovenstraat. Zijn ene hand omklemt een wandhoge boekenkast, terwijl de andere steunt op de lessenaar.
Museum Rotterdam
In 1959 kocht het Historisch Museum Rotterdam (nu Museum Rotterdam) bij het Amsterdamse veilinghuis Paul Brandt de lessenaar uit de nalatenschap van Friedländer. De interesse voor het meubel gold niet zozeer de voormalige bezitter als wel de inrichting van een van de stijlkamers in Het Schielandshuis waar het museum toen was gevestigd. Het Historisch Museum Rotterdam was niet het enige museum dat op de veiling bij Paul Brandt een lot bemachtigde uit Friedländers nalatenschap. Zo verwierf de Gemäldegalerie in Berlijn, het museum waar Friedländer was begonnen als wetenschappelijk medewerker onder Bode en was afgezwaaid als diens opvolger, een zestiende-eeuws fragment van een groter schilderij dat door Friedländer was toegeschreven aan de Monogrammist van Brunswijk (werkzaam ca. 1525-1555) en kocht het Rijksprentenkabinet in Amsterdam verscheidene tekeningen van de veelzijdige Berlijnse kunstenaar Adolph Menzel (1815-1905).
Schrijverschap
De lessenaar die het Rotterdamse museum verwierf ter decoratie van een van de stijlkamers, is niet alleen interessant vanwege de eerdere eigenaar, maar representeert ook een tijdvak waarin de kunsthistoricus nog gewoon was zijn teksten met de hand te schrijven. In het Friedländerarchief bevinden zich diverse manuscripten van artikelen en boeken, waaronder twee manuscripten van het alom geprezen Von Kunst und Kennerschaft, waarin de aspecten en het belang van het intuïtieve kennerschap worden uiteenzet. De bladen in liggend formaat waaruit het manuscript bestaat, zijn tot ongeveer tweederde in een regelmatig handschrift beschreven; de brede rechtermarge is vrijgehouden voor het aanbrengen van eventuele correcties. Tegenwoordig is het nauwelijks nog voor te stellen hoeveel handwerk er was gemoeid met het schrijven van een boek.
Of Friedländer vele uren achter zijn lessenaar heeft doorgebracht is niet meer na te gaan. Maar dat hij een uitgesproken opvatting had over hetgeen aan het papier diende te worden toevertrouwd, des te meer: “Wenig Aussicht hat man, etwas Neues, zugleich Richtiges zu sagen – “was nicht die Vorwelt schon gedacht“ – Deshalb alle Mühe darauf verwenden, deutlich, verständlich zu sagen, was man etwa zu sagen hat, ohne den Ehrgeiz, Neues zu sagen.“
Voor de schenking is de Leidraad Afstoting Museale Objecten (LAMO) gevolgd.
Met dank aan Liesbeth van der Zeeuw, conservator kunst en kunstnijverheid, Museum Rotterdam.